Artikel uit het AD

 

ZOETERMEER – In elke klas van de basisschool zitten twee à drie kinderen die wel eens een nare paranormale ervaring hebben, schat de Zoetermeerse schrijfster van het net verschenen boekje Help, ik zie spoken.

Bénazir, zoals haar pseudoniem luidt, baseert dat aantal op ervaringen van een aantal leerkrachten in haar kennissenkring. Onder nare paranormale ervaringen verstaat ze geestverschijningen van dode mensen, oftewel spoken, al noemt Bénazir ze liever ‘entiteiten’.

Ze heeft eind jaren ’60, begin jaren ’70 als puber zelf ook angstaanjagende paranormale ervaringen opgedaan en ze kent kinderen die iets soortgelijks hebben meegemaakt. Van de enge en soms ook juist niet zo enge paranormale ervaringen van die kinderen maakte de Zoetermeerse een geromantiseerd ‘waar gebeurd’ verhaal. Het is bedoeld voor kinderen vanaf 10 jaar die zelf iets op dat gebied hebben meegemaakt en die op zoek zijn naar (h)erkenning, maar ze heeft het ook geschreven voor kinderen die ‘gewoon van een spannend boek houden’. Bovendien hoopt Bénazir dat ook ouders en leerkrachten haar boekje gaan lezen, zodat ze die parapsychologische problemen bij kinderen serieus nemen en het voor kinderen makkelijker wordt erover te praten. Daaraan schort het volgens de schrijfster nogal eens. ,,Het is erg belangrijk hoe de omgeving op zo’n kind reageert, om te voorkomen dat het steeds angstiger wordt,’’ weet ze zelf maar al te goed. Toen ze als 14-jarig meisje ‘heftige paranormale ervaringen’ kreeg, reageerden haar ouders, ondanks hun goede bedoelingen, aanvankelijk verkeerd. Bénazir woonde destijds met haar ouders, broers en zus in een vooroorlogs herenhuis in het Bezuidenhout. Ze was alleen thuis toen ze in de huiskamer de witte schim van een vrouw zag zitten. ,,Pas later werd me duidelijk dat dat m’n gids was, een geest die je beschermt.’’ De jonge Bénazir vluchtte hevig geschrokken naar haar slaapkamer, waar ze zich verstopte tot haar broers en zus thuiskwamen. ,,Ik kom uit een katholiek gezin. Het eerste dat m’n ouders deden toen ik het hun vertelde, was een rozenkransje en een flesje wijwater in m’n handen stoppen. ‘Jij gaat bidden,’ zeiden ze.’’ Bij volgende paranormale ervaringen zag de schrijfster telkens silhouetten op de wand van een boze man met een hoed en een lange baard. ,,Later bleek dat er een joodse man had gewoond die er was overleden. We hebben het helemaal uitgezocht. Hij was boos omdat mijn ouders zíjn huis hadden gemoderniseerd. Voor mij was het allemaal zo traumatisch dat ik op een gegeven moment het huis werd uitgedragen en in de kerk werd gestopt, omdat ik daar dan rust had. M’n ouders waren zo wanhopig dat ze een medium uit India lieten komen. Die heeft ons begeleid. Daarna werd het rustiger. In totaal heeft het negen à tien maanden geduurd.’’

Bénazir, die aan de Open Universiteit in Den Haag psychologie en pedagogie studeerde en vijftien jaar lang pleegouder was voor kinderen met ernstige gedragsstoornissen, zegt dat ze door haar eigen ervaringen beter in staat is te zien als er bij kinderen iets paranormaals aan de hand is. Zo was Jim, de hoofdpersoon in het boek, een vriendje van een van haar eigen kinderen. Jim – zijn naam is net als die van de andere kinderen in het boek om reden van privacy gefingeerd – kwam er vaak over de vloer. Bénazir: ,,Ik zag dat 9-jarige jongetje veranderen van een heel extravert in een heel introvert kind. Na verloop van tijd vertelde hij me wat hem zo bezighield. Het frappante was dat zijn ervaring bijna dezelfde was als die van mij: een schaduw van een boze joodse man op de kamermuur van een woning in het Bezuidenhout.’’

,,Ga bij zo’n kind eerst na of er psychologisch of pedagogisch iets aan de hand is,’’ luidt haar advies. ,,Er kan ook sprake zijn van mishandeling of incest. Kun je het niet vinden, ga pas dan voorzichtig na of er sprake kan zijn van een parapsychologisch probleem. Als dat zo is, neem het kind dan serieus. Weet je niet wat je ermee aan moet, ga dan eens kijken of je hulp kunt vinden. Wees niet star en zeg niet: ‘Het bestaat niet’, want daar wordt het kind alleen maar getraumatiseerder door.’’