Adoptiekind

Casus adoptiekind

Mary:

Mijn oma is overleden en ik heb helaas geen afscheid van haar kunnen nemen. Ik wil vragen of U contact met haar kunt leggen.

Bénazir

De roodharige Mary en haar donkere vriend  Brend komen op donderdagochtend bij mij op bezoek. Mary is erg nerveus en Brend, een gesloten man van Colombiaanse afkomst, kijkt me erg sceptisch aan. Mary, die haar onrust probeert te camoufleren door veel te praten, zit op het puntje van de bank. Brend neemt de kamer stilletjes in zich op, maar telepathisch laat hij me duidelijk weten dat hij dit maar larie vindt. Hij is hier om zijn vriendin een plezier te doen en meer niet en dat zendt hij duidelijk uit. Wat hij niet weet, is dat er iemand met hem meegekomen is, die zichtbaar emotioneel is. De tijd is er niet rijp voor en ik stuur daarom de entiteit ook weg, maar beloof om later contact te leggen. Mary’s oma is ook met haar meegekomen en ik ga haar daarom in contact brengen met haar oma. Ze krijgt nu de kans om afscheid te nemen van haar en vragen aan haar te stellen. Terwijl ik  met Mary en haar oma bezig ben, verschijnt opnieuw weer de andere vrouw en ze wordt erg ongeduldig. De kamer wordt steeds  kouder  en zelfs Brend voelt dit. Een onrust ontstaat op dat moment in Brend, als hij merkt dat er toch meer is dan hij vermoedde. Maar wederom is het niet het geschikte moment, omdat Mary op dit moment contact heeft met haar oma. Wel vindt Brend het wonderlijk om te zien dat de hand van Mary beweegt. Je kunt duidelijk zien dat er een hand drukt in de hand van Mary. Dit brengt hem nog meer aan het wankelen. Als Mary de vragen heeft kunnen stellen aan haar oma, stuur ik de oma weer weg. Ik zie  dat nu de tijd rijp is voor Brend. Voorzichtig vraag ik aan Brend of zijn moeder overleden is. Hij kijkt me verschrikt aan en zegt snel: “Nee, hoor, ik heb haar net nog gesproken.” Toch weet ik zeker dat de entiteit aan mij vertelt dat ze de moeder van Brend is. Omdat Brend nu helemaal dichtslaat van de emoties, weet ik dat er meer aan de hand is. Via telepathie laat hij me weten dat hij geadopteerd is toen hij 7 maanden oud was. Ik vraag het aan hem en verschrikt kijkt hij me aan. Dan vertelt Mary dat Brend te vondeling is gelegd en dat er van zijn biologische moeder niets bekend is. Brend heeft daar erg veel problemen mee, maar laat het maar mondjesmaat weten aan Mary. Met zijn adoptieouders kan hij er niet over praten en daarom loopt hij er ook in vast. Hij zou zo graag willen weten waarom zijn moeder hem niet wilde. Ik vertel hem dat er een entiteit verschijnt en zich kenbaar maakt als zijn moeder. Een grote, bruine gespierde man breekt op dat moment en barst in snikken uit. Het lijkt wel of alle verdriet dat in hem zit op dat moment naar buiten komt. Brend wilt heel graag contact leggen met zijn moeder. Als hij rustig is, breng ik hem in contact. Het is wonderlijk om te zien dat moeder en kind eindelijk herenigd worden. Naast Brend staat een kleine, bruine vrouw die Irene heet en haar zoon met de ene hand  over zijn wang aait en met de andere hand zijn hand vasthoudt. Brend voelt dat en kan zijn tranen niet bedwingen.

“Het voelt zo goed,” mompelt hij: “Waarom moest ze me niet?”

Omdat Brend erg emotioneel is, stel ik haar deze vraag. Ze legt uit, dat Brend uit een buitenechtelijke relatie geboren is en dat hij sprekend op zijn vader lijkt. Irene werd erg mishandeld door haar wettelijke echtgenoot en vond voor het eerst echte liefde bij de vader van Brend. Deze was straatarm en kon haar niet onderhouden. Haar man heeft haar destijds gedwongen om het kind af te staan, omdat hij het een schande vond voor zijn familie. Ze had toen geen keus en uit angst voor haar man heeft ze daarom Brend te vondeling gelegd. Maar de schuldgevoelens knaagden toen zo aan haar, dat ze uiteindelijk een einde aan haar leven heeft gemaakt.

Brend krijgt zoveel informatie en kan het moeilijk verwerken. Hij is blij en verdrietig tegelijk. Blij dat hij weet dat zijn moeder van hem houdt, maar intens verdrietig dat ze zo’n leven heeft gehad. Mary slaat een arm om Brend heen en als een klein kind klemt hij zich vast aan haar. Afwijzing in de prilste fase van je leven kan de rest van je leven beïnvloeden. Dat is ook met Brend gebeurd. Nu heeft hij het puzzelstukje gevonden, dat hij vanaf zijn geboorte kwijt was. En hij is er blij mee.